Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [15]Als ik nu kwam in het huis van Semaja, den zoon van [16]Delaja, den zoon van Mehetabeel (hij nu was [17]besloten), zo zeide hij: Laat ons samenkomen in het huis Gods, [18]in het midden des tempels, en laat ons de deuren des tempels toesluiten; want zij zullen komen om u te doden, ja, bij nacht zullen zij komen, om u te doden. 15. Het voorgaande hadden de vijanden van buiten gedaan. Hier verhaalt Nehemia wat hem van zijn valse broeders is wedervaren van binnen. 16. 1 Kron.24:18 wordt vermeld van een Delaja, dat hij de voornaamste priester der drie en twintigste beurt geweest is, van welken sommigen menen dat deze Semaja een nakomeling geweest is. 17. Veinzende dat hij zich in zijn kamer aan den tempel [gelijk te vermoeden is, omdat de priesters daar hun kamers hadden] in eenzaamheid hield, vanwege devotie of enige religieuse gelofte, om alzo Nehemia onder schijn van heiligheid met zijn profetie [alsof zij van God kwam] te bekwamer te bedriegen, waarvan in het volgende. Vergelijk 1 Sam.21:7. 18. Dat is, in den tempel.